Teeltvoorschrift wratziekte

Met dit teeltvoorschrift willen we de verspreiding van en besmetting met wratziekte voorkomen. Op deze pagina vindt u de regels waar u zich aan moet houden.

Lees meer over wratziekte en de verschillende soorten die in Nederland voorkomen.

Houd u aan de EU-regels voor wratziekte

Wordt in uw aardappelen wratziekte aangetroffen? Dan moet u zich houden aan de EU-regels. Daarnaast gelden aanvullende Nederlandse teeltvoorschriften. Die vindt u hieronder.

Aanvullende teeltvoorschriften Nederland

Naast de EU-maatregelen gelden in Nederland ook teeltvoorschriften voor gebieden die om de besmettingen en bufferzones liggen. Deze zogenoemde preventie- en kerngebieden zijn op verzoek van de telers ingesteld om verdere verspreiding van wratziekte zoveel mogelijk te voorkomen.

Voorschriften voor de preventie- en kerngebieden

In de preventie- en kerngebieden mag u alleen resistente rassen en minder vatbare rassen telen voor de in die gebieden aanwezige fysio’s.

Waar in Nederland komt wratziekte voor?

De schimmel is vastgesteld op een aantal percelen in Noordoost- en Zuidoost Nederland. In het getroffen perceel en de bufferzone daaromheen gelden de EU-regels.

Om te voorkomen dat wratziekte zich verder verspreid zijn er op initiatief van de Nederlandse aardappeltelers grote gebieden daaromheen aangewezen. Hier mag u alleen (gedeeltelijk) resistente aardappelrassen telen die op een lijst zijn opgenomen. Dit zijn de preventie- en kerngebieden.

Voor fysio 38 zijn nog geen gebieden ingesteld.

De preventie- en kerngebieden zijn verdeeld in A, B en C en 7 kerngebieden. Op de overzichtskaart kunt u zien of een perceel in een van de gebieden ligt. Maar ook welke regels daar gelden, en een verwijzing naar de lijst met toegestane aardappelrassen.

Toegestane aardappelrassen per preventiegebied

De toegestane rassen staan in onze officiële lijsten D, O, en T. Deze vindt u hieronder. Ze worden ook gepubliceerd in de bijlagen van de Regeling Plantgezondheid. Bij rassen die niet in deze lijsten staan is de veldresistentie lager dan toegestaan, of (nog) niet bekend.

De lijsten worden jaarlijks aangepast op basis van nieuwe onderzoeksresultaten. Meestal gebeurt dit in de winter.

Preventiegebied A

In dit ‘NO zand- en dalgrondgebied’ geldt dat u bij de consumptie- en zetmeelaardappelteelt (inclusief TBM-teelt) alleen rassen mag telen met een (veld)resistentiecijfer van 6 of hoger tegen fysio 2/6 (G1/O1). Voor de NAK-pootgoedteelt geldt het cijfer 5 of hoger. De toegestane rassen vindt u in het document Resistentieniveau aardappelrassen tegen wratziekte fysio 2/6 (lijst O).

Preventiegebied B

In dit gebied geldt alleen voor de zetmeelaardappelteelt (inclusief TBM) dezelfde regel als in preventiegebied A.

De gebieden A + B samen noemen we het ‘Zetmeelaardappeltelend gebied’.

Preventiegebied C

In dit gebied in Zuidoost-Nederland geldt dat u bij de aardappelteelt alleen rassen mag telen met een (veld)resistentiecijfer van 6 of hoger tegen fysio 1 (D1). Ongeacht het teeltdoel. De toegestane rassen vindt u in het document Resistentieniveau aardappelrassen tegen wratziekte fysio 1 (lijst D).

Kerngebieden

In 7 gebieden (Veendam, Veendam-Oost, Ter Apel, Foxel, Borger, Barger-Compascuum en Mantinge) geldt voor de aardappelteelt dat u alleen rassen mag telen met een (veld)resistentiecijfer van 6 of hoger tegen de fysio’s 2/6 (G1/O1) én 18 (T1). De toegestane rassen vindt u in het document Resistentieniveau aardappelrassen tegen wratziekte fysio 18 (lijst T).

Fysio 38

Voor fysio 38 zijn nog geen kerngebieden bepaald.

Regels per gebied en per aardappelteelt

Deze informatie vindt u ook in de Overzichtskaart.

Gebied Perceel ligt in preventiegebied Aardappelteelt Eis Toegestane rassen zijn opgenomen in
Gebied A ‘NO zand- en dalgrondgebied’

Zetmeelteelt

(incl. TBM)
6 of hoger voor de fysio’s 2/6 Lijst O
Gebied A ‘NO zand- en dalgrondgebied’ Consumptieteelt 6 of hoger voor de fysio’s 2/6 Lijst O
Gebied A ‘NO zand- en dalgrondgebied’ NAK-pootgoedteelt 5 of hoger voor de fysio’s 2/6 Lijst O
Gebied B ‘Zetmeelaardappeltelend gebied’ maar niet in het ‘NO zand- en dalgrondgebied’

Zetmeelteelt

(incl. TBM)
6 of hoger voor de fysio’s 2/6 Lijst O
Gebied B ‘Zetmeelaardappeltelend gebied’ maar niet in het ‘NO zand- en dalgrondgebied’ Consumptieteelt Geen beperkingen
Gebied B ‘Zetmeelaardappeltelend gebied’ maar niet in het ‘NO zand- en dalgrondgebied’ NAK-pootgoedteelt Geen beperkingen
Gebied C Zuidoost-Nederland Alle teelten 6 of hoger voor fysio 1 Lijst D
Kerngebieden Veendam, Veendam-Oost, Ter Apel, Foxel, Borger, Barger-Compascuum en Mantinge Alle teelten 6 of hoger voor de fysio’s 2/6 èn 18 Lijst T

Handhaving teeltvoorschrift

De NAK controleert of u zich aan dit teeltvoorschrift houdt. Dat doen ze in opdracht van ons. Als inspecteurs van de NAK een overtreding constateren, dan maken ze een rapport van bevindingen en dragen het over aan ons.

Wij kunnen u dan een bestuurlijke maatregel opleggen. Dat doen we volgens het specifieke interventiebeleid. Daarnaast kan de NVWA u een fytosanitaire maatregel opleggen.

Waar vind ik dit in de wet?

U vindt de volledige voorschriften voor wratziekte in Regeling plantgezondheid - Artikel 18. De tekst van de wet- en regelgeving is leidend.

Meer informatie

Bekijk meer informatie over wratziekte en de EU-regels. Het toezicht op dit teeltvoorschrift vindt u op de website van de NAK. U kunt ook contact opnemen met de NAK of met ons Klantencontactcentrum.