Administratie diergeneesmiddelen door veehouders blijft aandachtspunt

De registratie van het gebruik van diergeneesmiddelen door veehouders blijft een aandachtspunt. Dat blijkt uit inspecties die de NVWA in 2022 heeft uitgevoerd. Van de 287 inspecties waren er 210 niet akkoord. Tijdens de inspecties bleek met name dat veehouders de administratieve verplichtingen niet goed naleven. Zo werd bijvoorbeeld het logboek niet goed ingevuld, en waren de gegevens op het VKI-formulier niet juist en/of onvolledig.

Runderen in stal
Beeld: ©NVWA

Logboek niet goed bijgehouden

Een van de overtredingen die we met regelmaat zien is dat diergeneesmiddelen met 0 dagen wachttijd niet in het logboek en op het VKI-formulier worden vermeld. Dit is wel verplicht. Dat betekent dat de toediening van, bijvoorbeeld een calcium magnesium infuus, ook in de administratie moet worden opgenomen. Daarnaast zien we dat de vragen op het VKI-formulier regelmatig niet naar waarheid worden ingevuld. De bevindingen van onze dierenarts op het slachthuis komen dan niet overeen met hetgeen op het VKI-formulier is vermeld.

Risico’s volksgezondheid

Juiste administratie is belangrijk. Wanneer de administratieve verplichtingen niet goed worden nageleefd kunnen er risico’s voor de volksgezondheid ontstaan. Op basis van de administratie bij de veehouder kan worden nagegaan met welke diergeneesmiddelen een dier is behandeld. Zo wordt voorkomen dat er dieren of dierlijke producten in de handel worden gebracht terwijl dat niet is toegestaan. Resten van diergeneesmiddelen kunnen in levensmiddelen achterblijven wanneer de wachttermijn van diergeneesmiddelen niet in acht is genomen.

Ketenverantwoordelijkheid

Het is de verantwoordelijkheid van veehouders dat er veilige levensmiddelen in de handel worden gebracht. Op het slachthuis worden steekproefsgewijs monitoringsmonsters genomen van karkassen, maar ook gericht gecontroleerd bij verdenkingen op gebruik van diergeneesmiddelen. Bij overschrijdingen van de wettelijk toegestane maximale hoeveelheid van een diergeneesmiddel (MRL), is het slachthuis verplicht om de nog in de keten aanwezige producten met een MRL overschrijding uit de handel te nemen. Het slachthuis kan deze kosten verhalen op de veehouder.

Wat kan de veehouder doen?

Worden de dieren gehouden voor de productie van levensmiddelen, zoals vlees, melk of eieren? Dan is het van belang dat diergeneesmiddelen op een juiste wijze worden toegediend en dat behandelingen worden opgenomen in de eigen administratie (logboek) en indien van toepassing op het VKI-formulier, dat het slachthuis voorafgaand aan de slacht van het dier moet ontvangen. Daarnaast moet de veehouder er goed op letten dat er geen dieren worden afgevoerd naar het slachthuis als er nog sprake is van een wachttijd voor vlees.

Bij vragen over toepassing van diergeneesmiddelen en de administratie kan de houder contact opnemen met zijn praktiserend dierenarts. Eventueel kan de houder ook de diergeneesmiddeleninformatiebank van Bureau Diergeneesmiddelen raadplegen. Houders vinden meer informatie over het juist invullen van het VKI op de website van de NVWA.

Wat zijn de gevolgen?

Als een dier op het slachthuis wordt afgeleverd met een onjuist of onvolledig VKI-formulier dan kan het dier worden geweigerd voor de slacht. Daarnaast kan het vinden van een spuitplek in het karkas zonder uitleg over medicijngebruik op het VKI leiden tot nader onderzoek en eventueel afkeuring van het vlees. Ook deze onderzoekskosten kan het slachthuis bij de houder in rekening brengen.

Bovendien kan de NVWA een inspectie uitvoeren bij de veehouder. Afhankelijk of en welke overtredingen er op de veehouderij worden geconstateerd kunnen er naast waarschuwingen ook boetes worden opgelegd. De boetebedragen lopen al snel in de duizenden euro’s. Dit kan een houder gemakkelijk voorkomen door het diergeneesmiddelengebruik goed te administreren en juist op het VKI-formulier te vermelden.

Vervolg

De komende jaren willen wij de grootste risico’s in de keten aanpakken. Deze inspectieresultaten helpen ons daarbij: ze verbeteren onze kennis over de keten en de sector. Ook worden regelmatig projecten gestart, om de risico’s in de keten verder in beeld te brengen, zoals het project dat in 2022 is gestart naar medicijnresten in vlees.

Meer informatie

Consumenten en bedrijven kunnen contact opnemen met het Klantcontactcentrum of 0900-03 88 (gebruikelijke belkosten).

Voor vragen over dit nieuwsbericht kunnen journalisten contact opnemen met het team woordvoering van de NVWA, telefoonnummer (088) 22 33 700.